nl / en

Fotomuseum Den Haag

In de huidige beeldcultuur zien we dagelijks een geweldige stroom aan beelden voorbij komen. Beelden die door veel mensen als waarheid worden aangenomen. Maar dat fotografie over waarheid gaat, is een aloude misvatting. Fotografie is een kunstvorm. Het Fotomuseum Den Haag wil een plek zijn waar mensen de ruimte en rust kunnen vinden om de gelaagdheid, betekenissen en context van de fotografie te ontdekken en met aandacht te kunnen kijken; naar de kunst, zichzelf, de omgeving en de wereld.

Vanuit de gedachte dat fotografie een kunstvorm is, begint Kunstmuseum Den Haag eind jaren 50 als een van de eerste musea in Nederland met het tentoonstellen van fotografie. Toenmalig directeur Louis Wijsenbeek (1912-1985) brengt voor een aantal jaren World Press Photo naar het Kunstmuseum. De relatief onbekende New Yorker Peter Fink krijgt in 1956 als eerste fotograaf een solotentoonstelling. Zijn werk staat in de traditie van de naoorlogse humanistische fotografie. Een veelzeggend begin, want tot op het heden vormt deze fotografie een belangrijke kern in het verzamel- en tentoonstellingsbeleid.

De collectie fotografie van het Kunstmuseum Den Haag is zo rijk geworden dat in 2002 toenmalig directeur Wim van Krimpen er een apart museum voor opricht. Het Fotomuseum Den Haag, dat zich direct naast het Kunstmuseum bevindt, deelt sindsdien de voordeur met het eveneens in 2002 opgerichte KM21. Een grote hoeveelheid gedenkwaardige tentoonstellingen passeren de revue in het nieuwe museum: Man Ray, Emmy Andriesse, Sally Mann, Anton Corbijn, Erwin Olaf, Bieke Depoorter en Robin de Puy zijn slechts enkele voorbeelden. Het museum dat feitelijk maar uit één grote zaal bestaat, barst uit z’n voegen. Daarom besluit directeur Benno Tempel in 2016 tot een verbouwing. Het museum wordt uitgebreid en kan nu meerdere tentoonstellingen tegelijkertijd huisvesten. Het is daarmee van een tentoonstellingsruimte voor fotografie tot een volledig fotomuseum geworden.